De moestuin: jaargang twee (en waarom ik mijn kinderen moet betrekken)


Onze moestuin was mijn 'halsoverkop-eindewinterproject-anno2016'. Vorig jaar schepten we  de bodembedekker weg in de, veel te grote, kippenren. De bodembedekker,maagdenpalm, liet zich niet al te makkelijk uitroeien. Grote hopen aarde werden richting de, nu plots kleinere, kippenren getransporteerd. Een volhardend plantje, want ook na 365 dagen komt hij nog steeds op verschillende plaatsen uit de aarde piepen.

De plaats die we vrij maakten moest dienen om groentjes uit de aarde te laten groeien. Het idee werd uitgewerkt. Het doel bereikt. Met fouten, leerpunten. Welke deze leerpunten zijn geef ik je hieronder even weer:

  1. De belangrijkste denk ik: wacht niet tot dat sprietje groen uitgroeit tot iets herkenbaars! Zo stond mijn moestuin vorig jaar, einde zomer vol met 'Pessem', wild gras. 
  2. Bijgevolg: wiedt het onkruid tijdig. Eén jaar zaad is zeven jaar kwaad - of dat zegt men toch. 
  3. Maak diepere geultjes voor de zaadjes en plant ook de uitgegroeide plantjes diep genoeg.
  4. Bemest lang voor het planten, voor een voedzame grond. Hopelijk gaan zo mijn broccoli's en bloemkolen deze keer wél uitgroeien tot volwaardige planten.
  5. Zet niet teveel plantjes op één perkje. Meer ruimte, meer licht, meer voeding: grotere planten. 
  6. Nog belangrijk: informeer de kinderen over de verschillende groenten. Betrek hen nog meer!
Dit laatste leerpunt lijkt iets banaals. Vorig seizoen werden de kinderen actief betrokken bij de moestuin, afhankelijk van hun interesse. Mauro vond het wel leuk om zaadjes en plantjes in de grond te stoppen en kon verwonderd kijken naar de grote planten die er enkele maanden later gegroeid waren.



Lot's interesse bleef beperkt. Hij interesseerde zich in de slakken, die mepte hij allemaal dood met zijn watergeweertje (sorry slakkenvrienden - hij was niet te stoppen). Op zonnige dagen kon ook water hem bekoren en met wat geluk kon ik hem inzetten om de groententuin te bevloeien.
Het spreekt voor zich dat deze koter weinig opgestoken had van de groentjes en bloemetjes die er geplant en gegroeid waren. De gevolgen waren, zes maanden later, dan ook hilarisch: Tijdens de voorbereidingen van het nieuwe plantseizoen - het omscheppen van de schrale bodem - begon hij plots te gillen en liep hij er als een speer vandoor toen ik hem opmerkte dat er nog 'iets' in de grond zat.

Curieus kwam hij kijken, maar zijn eerste blik bracht hem direct in paniek.
"AAAARG!!!" Hij zette het op een lopen.
Totaal verrast bleef ik achter. Mijn schup in het zand, lichtjes leunend, ging ik deze gebeurtenis na. Ik volgde zijn drafje richting de verharde oprit.  In zijn veiligheid verbleef hij en keek me opnieuw aan, hoofdschudden met grote pupillen. ik beantwoordde zijn blik met een bezorgde
"Wat is er?"
"Een slang" bracht hij uit. "Ik ben bang van slang".


Het duurde eventjes vooraleer ik besefte dat hij het over de overwinterde rammenas had.
Ik besefte dat ik een fout had begaan. Een fout in het betrekken, het wekken van interesse en algemene opvoeding. Een rammenas is geen slang.


Tijd om deze wetenschap aan mijn kinderen door te geven . Hierna ging het beter.
Een knuffelsessie met de plastieken slang volgde. De angst voor de plastieken slang was overwonnen. De angst voor de rammenas... dat laat ik je volgend jaar weten.




Ook de zaaibak namen we onderhanden:

Nog steeds wat werk te verrichten:

De snijbiet is klaar voor de pot:









Reacties

Een reactie posten

Populaire posts